Gijs Brouwer: 'Een leuke verrassing’

• Share
• 
• 
• 
• 

Gijs Brouwer, de nummer 160 van de ATP-ranking, debuteert op de jubileumeditie van het ABN AMRO Open. De 26-jarige inwoner van Noord-Hollandse Venhuizen ontving een wildcard voor het hoofdtoernooi en speelt vandaag tegen de Zwitser Marc-Andrea Huesler (47 ATP).

Welkom in Rotterdam!
"Vorig jaar kwam ik net niet in de kwalificaties en heb ik hier getraind, maar nu gaat het als speler gebeuren. Vroeger ben ik als toeschouwer naar de wedstrijden in Ahoy gaan kijken. Mijn eerste wedstrijd die ik heb gezien was een partij van de Fin Jarkko Nieminen, maar zijn tegenstander weet ik niet meer.”

En dan dit jaar als speler in het hoofdtoernooi.
"Ik ben donderdagavond voor het eerst in Rotterdam blijven geslapen. Vrijdag heb ik twee keer in Ahoy getraind tot ik in het spelersrestaurant een bericht van toernooidirecteur Richard Krajicek kreeg. Ik had me helemaal op de kwalificaties voorbereid, maar ik kreeg een wildcard voor het hoofdtoernooi. Dat is een hele leuke verrassing. Daar had ik écht geen rekening mee gehouden en maakt het extra leuk.”
Hoe waren de afgelopen dagen in Rotterdam Ahoy?
"Heel prettig. Alles is op dit toernooi goed geregeld. Ik heb zaterdag en zondag twee wedstrijden in het dubbelspel gespeeld, het is heerlijk om twee partijen in de benen te hebben.”

Je speelt tegen de Zwitser Marc-Andrea Huesler. Wat zijn je verwachtingen?
"Het had op papier veel slechter gekund, maar het was zijn doorbraakjaar in 2022. Ik ken hem uit het circuit en heb vorig jaar op de US Open een uurtje met hem getraind. Huesler is gewoon een goede speler, want anders zit je hier niet rechtstreeks in de maindraw. Hij speelt aanvallend en serveert goed, waardoor ik weinig ritme zal krijgen.”

Wat is het mooiste tennismoment in je leven?
"Dat is voorlopig nog de US Open van vorig jaar. Ik won drie rondes in de kwalificaties en daarna ook nog een wedstrijd in het hoofdtoernooi tegen Adrian Mannarino. Natuurlijk hoop ik daar aan het einde van deze week anders over te praten, maar ik kijk niet verder dan de eerste partij.”